Onlangs een nieuwe zetting voor een bestaande rijring gemaakt. Was versleten, en moest vervangen worden. Het is niet raadzaam om de bezitter van de ring over de schouder te laten meekijken bij deze revisie. Waarom?
De gedachte bij de eerste stadia is dat het nooit wat gaat worden…
Hier een foto halverwege. Het nieuwe witgouden middengedeelte is al overlangs en dwars ingezaagd / ingevijld.
De ringklem is een handig hulpmiddel om de zetting verder uit te vijlen.
Dan worden de zettingen ingefreesd voor de stenen. Er ontstaan ‘kamertjes’ waar de diamanten later ingezet worden.
Het montuur is inmiddels iets opengezet, en aan alle kanten gepolijst. Belangrijk voor de delen waar je na het zetten niet meer bij kan met een polijstborstel.
De stenen liggen in de zetting. Die wordt nu dichtgebogen. Het witgoud houdt dan de diamant op vier hoeken vast.
Bij het zetten van stenen in ons vak wordt er altijd op verschillende manieren metaal over de steen geboetseerd. Er is, behalve bij parels, nooit iets gelijmd.
Polijsten, en de ring is klaar.
Dit is het moment dat de eigenaresse het stuk kan bewonderen.
Is het toch nog wat geworden… 😉